Vraag het je hoofdpersoon – Schrijfoefening 11

Je hoeft je hoofdpersoon beslist niet te beledigen om je lezer duidelijk te maken dat ze een tikje, nou ja, anders is. Geef geen commentaar. Beschrijf. Verplaats je een moment in je hoofdpersoon en ontdek wat haar eigen motieven zijn om die bizarre kleding te dragen. “U moet weten, mijn man zaliger zag nooit wat ik droeg, maar ooit keek hij mij aan en zei: ‘Schat, paars. Dat staat je.’ En sindsdien…” In haar eigen woorden is het veel duidelijker.

Terug naar de pennenpagina met meer schrijfoefeningen

Verder naar schrijfcoaching of een frisse schrijfworkshop

FacebooktwitterFacebooktwitter