Het doet vroem vroem, heeft vier wielen en rijdt op straat. Wat is het? Een auto. Niks aan. Maar laat ‘m eens achteruit rijden in je tekst. Beschrijf eerst wat de passagier op de achterbank aan heeft, hoe ze haar benen moet opvouwen omdat de bijrijdersstoel zo ver naar achteren staat en werk zo langzaamaan pas toe naar het feit dat we het hier over een auto hebben. Van achteren naar voren dus. Je kunt ook beginnen met het bosje bloemen langs de kant van de weg om dan toe te schrijven naar de auto die hier… Erg hè…