Beschrijf details:
Een haarlok plakte op zijn voorhoofd.
Zoom uit:
Grommend boog hij zich nog verder over de tafel heen en liet zijn hamer met grote kracht neerkomen naast de spijker.
Geef context:
Hoofdschuddend liep zijn vrouw alvast naar de telefoon om de hulpdienst te bellen. Die tafelpoot zat nog lang niet vast.